Het vuursteenslot was gevoelig aan vochtigheid en werd snel vuil bij intensief vuren. Afhankelijk van het type ging een vuursteen slechts tussen 40 en 100 schoten mee. Ook was het tijdrovend om de hele herlaadprocedure te doorlopen.
In navolging van andere Europese landen werden er in België rond 1840 proeven uitgevoerd om vuurwapens met steenslot om te bouwen naar percussie. Verder werden er ook nieuwe achterlaadsystemen naar Engels model beproefd.
Het belangrijkste resultaat was de invoering van een volledig nieuw Belgisch geweer. Ook volgde de ombouw van bestaande nagenoeg alle wapens met vuursteenslot naar percussie. Die laatste behielden hun originele modelnaam en kregen de toevoeging “gewijzigd”.
- rijkswachtkarabijn, gewijzigd
- model 1815 (Hollands) infanteriegeweer, gewijzigd
- model 1816 cavaleriekarabijn, gewijzigd
- model 1816/22 cavaleriekarabijn, gewijzigd
- systeem Heurteloup geweer van de jagers te voet
- model 1841 infanteriegeweer, gemaakt uit een model 1777, verbeterd infanteriegeweer
- model 1841 percussiegeweer (overgangsmodel)
- model 1841 (Belgisch) infanteriegeweer
- model 1841 percussiekarabijn van de cavalerie
- model 1865 douanekarabijn