
Dit wapen was de eerste achterlader die in 1834 officieel getest werd door de Belgische strijdkrachten in navolging van Franse tests een jaar eerder. Het systeem Robert was gebaseerd op een gescharnierd blok dat de loop achteraan afsloot. Dit blok, met een handvat op een grendelarm, kon geopend worden door de hefboom naar boven te bewegen. Een patroon, bestaande uit een huls, slaghoedje en projectiel, paste zo in de loop maar moest juist gedraaid worden. Nadat het geheel terug gesloten werd, kon de slagpin vrijgegeven worden middels de trekker.
Het ontwerp van de huls en het messing beslag tussen het blok, de loop en de kolf moesten zorgen voor een zekere gasdichtheid. Bij tests bleek dit echter niet feilloos en vervuilde het systeem zeer snel en sterk, hetgeen haperingen veroorzaakte.
“Une quantité certaine” werd uitgereikt aan soldaten van verschillende korpsen en 200 stuks aangeboden aan de koninklijke Belgische marine.














