
| Totale lengte | 178mm |
| Kaliber | 7,65x17mmSR (.32 ACP) of 9x17mm (.380 ACP) |
| Bijhorende bajonet | / |
FN Herstal had een goede reputatie opgebouwd met de model 1900 en 1910 pistolen. Kort na de Eerste Wereldoorlog wou het net onafhankelijk geworden Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen zich bij FN bewapenen. Ze vroegen om een pistool met een verhoogde precisie in vergelijking met het model 1910. FN nam daarvoor de 1910 als basis en verlengde de loop en slede. Ook de ladercapaciteit werd verhoogd naar 9 patronen in 7.65mm en 8 voor de variant in 9mm.
Voor het begin van de Tweede Wereldoorlog werden er ongeveer 280.000 stuks gemaakt. Tijdens de oorlog werd de productie verdergezet onder Duitse bezetting en gaandeweg werden er vereenvoudigingen en besparingen doorgevoerd.
De Belgische defensie kocht net na het einde van de oorlog, in 1944 en 1945, een aantal model 1910/22 pistolen om de voorraden weer aan te vullen. Deze wapens, met een serienummer met A prefix, hadden vaak een aantal onderdelen uit Duitse oorlogsproductie zoals houten greepplaatjes en de vereenvoudigde trekker.
De loop was ofwel in 7,65x17mmSR, een kaliber dat meestal .32 ACP werd genoemd of in 9x17mm (.380 ACP). De terugbrengveer zat net als bij het model 1910 pistool rondom de loop.
De pistoolgreep was voorzien van 2 greepplaatjes uit kunststof. Tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog werden greepplaatjes uit hout voorzien.



