
| Totale lengte | mm |
| Kaliber | 7,65x54mm |
| Bijhorende bajonet | model 1889 yatagan |
Na de ingebruikname van het model 1889 geweer werd er in 1892 ook een verkorte versie, de model 1889 karabijn (met bajonet), ingevoerd voor de bereden troepen. Eind jaren 1890 volgde dan de model 1889 verlichte karabijn.
Begin jaren 1900 zocht de rijkswacht naar een compactere variant van het model 1889 geweer maar was niet volledig tevreden met de model 1889 karabijn (met bajonet). Voor de troepen te voet werd de model 1889 karabijn met yatagan ingevoerd terwijl de bereden troepen van de rijkswacht vanaf 1904 uitgerust werden met de model 1889 verlichte karabijn met yatagan.
Het laddervizier werd rechtstreeks op de grote ring van de loopmantel gesoldeerd. Zo had men een relatief lange vizierlijn ondanks de zeer korte loop.
Dit wapen was een directe afgeleide van de model 1889 verlichte karabijn maar met bajonetnok op het mondstuk.
Net achter het mondstuk bevond zich de voorste loopband die klemde tegen een in het voorhout verwerkte metalen steun. Deze loopband was voorzien van een conventionele pivoterende riembeugel.
Onderaan de kolf bevond zich eveneens een pivoterende riembeugel.
Verder was er aan de rechterkant van de kolf nog een vaste beugel.
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog had de Belgische defensie een groot tekort aan vuurwapens. Tegen 1916 was de situatie sterk verbeterd waardoor de bewapening gereorganiseerd kon worden. Dit leidde onder andere tot een vermindering van het aantal verschillende modellen karabijnen en het standardiseren naar het model 1916. De meeste oudere modellen werden toen omgebouwd naar deze nieuwe standaard. De model 1889 verlichte karabijn met yatagan beantwoordde grotendeels aan de gewenste configuratie en bleef langer in dienst dan de andere karabijnmodellen.





