
| Totale lengte | 1045mm |
| Kaliber | 7,65x54mm |
| Bijhorende bajonet | model 1889 yatagan |
Begin jaren 1900 zocht de rijkswacht naar een compactere variant van het model 1889 geweer maar was niet volledig tevreden met de model 1889 karabijn (met bajonet). Terwijl de bereden rijkswacht koos voor de model 1889 karabijn, verlicht met yatagan kreeg de rijkswacht te voet in 1904 de model 1889 karabijn met yatagan in.
In 1906 volgden de vestingartillerie en de speciale artillerie compagnieën.
De verschillen met de model 1889 karabijn (met bajonet) waren zeer gering. Zo was de grendelarm hier gebogen en voorzien van een ruitstructuur aan de binnenkant van de half sferische grendelbol. De positie van het laddervizier werd naar achteren geschoven en de voorste loopband meer naar voren geplaatst.
Door het combineren van een korte karabijn met de lange model 1889 yatagan beschikte de rijkswacht over een compact vuurwapen dat indien nodig een relatief groot bereik met het blanke wapen kon bieden bij ordehandhaving etc.
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog had de Belgische defensie een groot tekort aan vuurwapens. Tegen 1916 was de situatie sterk verbeterd waardoor de bewapening gereorganiseerd kon worden. Dit leidde onder andere tot een vermindering van het aantal verschillende modellen karabijnen en het standardiseren naar het model 1916. De meeste oudere modellen werden toen omgebouwd naar deze nieuwe standaard.





