
| Totale lengte | mm |
| Kaliber | |
| Bijhorende bajonet |
Na de ontbinding van de Burgerwacht in 1914 bleef er een beperkt aantal model 1889 bajonet voor de burgerwacht in gebruik gedurende de Eerste Wereldoorlog. Ze werden zo snel mogelijk vervangen door model 1889 bajonet (voor infanterie en genie) en later door de langere model 1916 bajonet.
Enkele model 1889 bajonet voor de burgerwacht lijkt in de Belgische kolonies terecht gekomen te zijn. Toen de Openbare Weermacht in de tweede helft van de jaren 1930 overschakelde naar het model 1936 geweer, werden de model 1889 en 1916 vuurwapens naar België gestuurd voor ombouw terwijl de bajonetten lokaal aangepast werden.
De aanpassingen zijn identiek aan die van de model 1889 bajonet, aangepast voor gebruikt op de model 1935 en 1936 geweren waarbij de loopring werd verkleind door het inpersen van een ring (“bushing”) met een binnendiameter van 15mm. Ook werden de metalen onderdelen gezwart voor een betere bescherming tegen het tropische klimaat. Op de onderdelen van het heft is deze oppervlaktebehandeling vaak verdwenen.
Het originele serienummer en een eventuele originele eenheidsmarkering werden verwijderd, hetgeen vaak sporen heeft achtergelaten. Een nieuw nummer werd ingeslagen waarbij de uitlijning, grootte en inslagdiepte van de cijfers niet altijd even verfijnd was. Vaak is de toestand van de nog bestaande exemplaren relatief slecht.
Deze aangepaste bajonet dient niet verward te worden met de model 1889 bajonet (voor de jagers-wielrijders van de burgerwacht van Brussel) die reeds bij de productie een kleinere loopring had.




