| Totale lengte | 1470mm |
| Kaliber | 17,5mm |
| Bijhorende bajonet |
Rond 1840 plande de Belgische defensie een overgang van voorladers met vuursteenslot naar percussie. Daardoor werd het ontstekingsmechanisme veel betrouwbaarder. Er werd een nieuwe standaard vastgelegd; het model 1841 geweer. De meeste oude wapens in Belgische voorraden werden ook omgebouwd.
Nagenoeg elk vuurwapen met vuursteenslot dat zich in 1841 in Belgische stock bevond, kwam in aanmerking voor een ombouw naar percussie. Hierbij werd de haan met vuursteenklem vervangen door een hamer. De kruitpan werd verwijderd en een versteviging met schoorsteen toegevoegd.
Bij vroeg omgebouwde wapens werd de schoorsteen soms rechtstreeks in de loop bevestigd wanneer die laatste dik genoeg was.
Initieel hadden de omgebouwde wapens voor de infanterieregimenten 4, 7, 8, 9, 10, 11 en 12, de jagers te voet en de genie een messing stuk voor het opvullen van de opening waar de kruitpan was. Deze sloot het geheel niet voldoende af en werd vanaf juli 1843 vervangen door een stalen exemplaar.