
| Totale lengte | mm |
| Kaliber | mm |
| Bijhorende bajonet |
Eind jaren 1860 besliste de Belgische overheid om een algemene overstap te maken naar achterladers. Een groot gedeelte van de voorladers in Belgische stocks werd geconverteerd volgens het systeem Albini-Braendlin.
Voor de genie voorzag met een ombouw met het Terssen systeem. Het donor wapen, in dit geval een model 1777 infanteriegeweer met vuursteenslot werd eerder al omgebouwd naar een “model 1777 infanteriegeweer, gewijzigd” met percussiesysteem. Later werd dit nogmaals gemoderniseerd door het aanbrengen van trekken in de loop waardoor het een “model 1777 infanteriegeweer, gewijzigd en getrokken werd”. En bij deze laatste grote ombouw werd de loop vervangen en voorzien van het Terssen systeem met roterend blok. De onsteking gebeurde door middel van een slag van de hamer op de slagpin. De slagpin zat ongeveer op de plek van de vroegere schoorsteen met zundgat.
De loop van het model 1777/1868 geweer voor de genie verschilt van de loop van het model 1867 (Albini) geweer qua bevestigingsmechanise voor de bajonet. Daar waar het model 1867 geweer voorzien was van een simpele nok voor de model 1867 hulsbajonet, beschikte het model 1868 geweer over een nok met geleiderail voor de model 1868 yatagan.











