In de periode voorafgaand aan de ontwikkeling van het Duitse Gewehr 1898 waren de militaire wapens met Mauser-systeem voorzien van een iets kortere grendel en grendelhuis, de zogenaamde “intermediate action”. Hiertoe behoorden o.a. de model 1889 en 1894 wapens die FN Herstal tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog produceerde.
Toen FN Herstal na de Eerste Wereldoorlog de productie hervatte, werden nieuwe producten gebouwd die nog steeds op de intermediate action gebaseerd waren. Zo waren er het model 1922 voor Brazilië en F.N. model 1924 dat FN Herstal aanbood in haar catalogus.
Het Mauser systeem 1898, zoals gebruikt voor het Gewehr 98, was ondertussen echter uitgegroeid tot de referentie op het vlak van grendelsystemen. De iets langere grendel en grendelhuis, vandaag de dag “standard action” genoemd, bood aanzienlijke voordelen zoals compatibiliteit met langere patronen.
In 1930 besloot FN Herstal om haar machinepark om te bouwen voor de productie van de standard action. Hierdoor verdwenen de F.N. model 1924 wapens uit de catalogus en werden deze vervangen door de F.N. model 1924/30.
Gezien de opkomende dreiging vanuit Duitsland in de jaren 1930, had België nood aan wapens in geval van een eventuele mobilisatie. De enorme productiecapaciteit van FN Herstal was hierbij een grote troef. Daarom werd er een contract afgesloten voor het leveren van “mobilisatiegeweren” moest het tot een algemene mobilisatie komen. Dit waren licht aangepaste versies van het F.N. model 1924/30 geweer en de model 1924/30 karabijn om zo dicht mogelijk aan te leunen bij de configuratie van het model 1935 geweer. Bij de invoering van het wapen gebeurde dit onder de benaming model 1940 geweer.
Na de Tweede Wereldoorlog kocht België grote aantallen wapens van het F.N. model 1924/30 zoals het in de catalogus van FN Herstal stond, dus zonder speciale aanpassingen om er een model 1935 of model 1940 geweer van te maken.
Vandaag de dag bestaat er heel wat verwarring over de benaming van deze wapens. Dit komt voornamelijk door de verschillende mogelijke betekenissen van de “30” verwijzing in de naam. Meerdere benamingen zijn historisch correct maar verwarrend omwille van andere, eveneens historisch correcte, benamingen die in een andere context gebruikt werden.
Zo gebruikte FN Herstal onder andere “standard model 30” terwijl de specificatie “model 30” bij de Belgische Defensie verwees naar een wapen dat omgebouwd was voor de 7,65x54mm patroon met spits projectiel. Na de Tweede Wereldoorlog kwam waren er nog “.30, model 1924” en “FN30” die beiden verwezen naar wapens in het kaliber .30-06.