Canadees model 1910 geweer

In 1903 voerde Canada een eerste versie geweer in dat ontwikkeld was door Sir Charles Ross. Gezien het grote aantal mankementen schakelde men over naar een verbeterd model in 1905. In 1910 werd er nogmaals een nieuwe variant in gebruik genomen, herkenbaar aan de deels extern zichtbare lader.

Het Canadees model 1910 geweer wordt algemeen aanzien als een zeer precies wapen dankzij de strikte toleranties, onder andere voor de kamer van de loop.

De grendel kon geopend worden door deze recht naar achteren te trekken, hetgeen in optimale omstandigheden een zeer snel systeem was. Op de Oostenrijks-Hongaarse model 1895 wapens na, waren de grendelgeweren van die tijd steeds voorzien van een grendel die eerst naar boven gedraaid moest worden. Deze draaiende beweging zorgde voor een primaire extractie waarbij de patroon met grote kracht over een heel kleine afstand naar achteren getrokken werd.

De strikte toleranties en het ontbreken van een primaire extractie zorgden er echter voor dat het Canadees model 1910 geweer ongeschikt was voor gebruik in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Daarom schakelde Canada snel over naar het Britse S.M.L.E. geweer. De in onbruik geraakte wapens met het Ross systeem verdwenen naar de reserves.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bepaalde schepen van de Britse Royal Navy er opnieuw mee uitgerust. Zo konden Britse wapens vrijgemaakt worden voor de landmacht.
Het was op die Britse schepen dat de Belgische troepen gebruik maakten van de voormalige Canadese geweren.
Verder gebruikte België ook de “Discharger. Smoke generator, 4-in., No.2, MK.II” voor het afvuren van rookgranaten.