
| Totale lengte | mm |
| Kaliber | .303 British |
| Bijhorende bajonet |
Toen de Britse strijdkrachten in 1902 het Short Magazine Lee-Enfield, afgekort S.M.L.E., geweer invoerden, was dit een vooruitstrevende keuze. Voordien werd er meestal een systeem uitgekozen waarvan dan een langere geweerversie en een kortere karabijn gemaakt werden. De S.M.L.E. had maar 1 looplengte die diende voor alle troepen, van infanterie tot kavalerie, marine etc.
Het wapen blonk uit door zijn eenvoudig grendelsysteem dat snel te bedienen viel. Bovendien had het magazijn een capaciteit van 10 schoten. De Britse troepen oefenden op de zogenaamde “mad minute” waarbij ze 20 tot 30 gemikte schoten op doel konden geven, alles binnen de 60 seconden.
Daar waar de loop van een belgische model 1889 beschermd werd door een loopmantel was de loop van het Brits S.M.L.E. geweer helemaal omhuld door het voorhout en de handbeschermer. Vooraan was er een neuskap met een nok voor de “loopring” van de bajonet en een vergrendelingsnok.
De grendel van het Brits S.M.L.E. geweer was ook atypisch aangezien de grendelnokken relatief achteraan op het grendellichaam stonden. De meeste grendelvuurwapens beschikten vooraan over nokken die zich in het grendelhuis, net achter de kamer, vergrendelden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden er miljoenen S.M.L.E. geweren geproduceerd. Omdat dit nog steeds niet genoeg was voor het steeds groeiende aantal manschappen en het compenseren van verliezen, werd er parallel het Britse Pattern 1914 wapens ingevoerd. Toch bleef de S.M.L.E. nog meer dan een decennia het standaardwapen in het Britse rijk.
Gedurende de jaren 1930 zocht Groot-Brittannië naar een goedkoper wapen, hetgeen resulteerde in de invoering van het Brits No. 4 geweer. Dit werd de standaard bewapening van de Britse, Canadese, Australische en andere troepen van de Commonwealth tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Na de oorlog werden waren veel landen op zoek naar wapens om de verliezen en slijtage tijdens de oorlogsjaren te compenseren. Zo was ook België vragende partij, hetgeen leidde tot het verkrijgen van tienduizenden S.M.L.E. geweren uit Britse en Canadese stocks. Deze wapens bleven tot ver in de jaren 1960 in gebruik bij de Belgische troepen.
De Belgische marine gebruikte ook een speciale versie van dit wapen als werplijngeweer.




