Brits Pattern 1914 geweer

Al in 1912 experimenteerde Groot-Brittannië met een nieuw wapen in een nieuw kaliber .276. Het was een meer “conventioneel” ontwerp in vergelijking met het Brits S.M.L.E. geweer door de grendel met vooraan geplaatste grendelnokken, de kolf uit één stuk. Er waren ook minder onderdelen en het sluitstuk was veel eenvoudiger te produceren.

Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd het project eerst opgegeven. Het was echter door de oorlog, en de materiële verliezen, dat de Britten het project alsnog doorvoerden. Het nieuwe kaliber werd achterwege gelaten maar het geweerontwerp werd in gebruik genomen, zij het gekamerd voor de .303 patroon die standaard was bij de Britse troepen. Het nieuwe wapen kreeg de naam Pattern 1914 en werd besteld bij de Amerikaanse firma Vickers en kort daarna met Winchester en Remington. In totaal maakten die laatste twee firma’s meer dan 1.200.000 stuks voor het aflopen van de contracten in 1917.

Daarna werden de onderdelen en machines aan kostprijs verkocht aan de Amerikaanse overheid. De Verenigde Staten waren in 1917 ook betrokken geraakt in het wereldwijde conflict en hadden een grote nood aan wapens. Het ontwerp van het Brits Pattern 1914 geweer werd licht aangepast en ingevoerd als het “United States rifle, Calibre .30 , model of 1917”. Het was een vliegende start en tegen het einde van de oorlog waren er meer dan 2.200.000 van geproduceerd.